Geknipt in een L-vorm. En als hij ze op elkaar legde, vormden ze een vierkant of rechthoek. Met bevende handen hield hij die twee kartonnetjes omhoog op enige afstand van zijn gezicht en keek erdoorheen. Vaak bromde hij wat, waarna de kartonnetjes weer in die binnenzak verdwenen.
Het viel me op toen ik toevallig een keer een stukje vooruit liep. Ik keek om en zag dat hij één oog dicht kneep. Met het andere keek hij door de twee kartonnetjes. Ik schoot in de lach want het was net alsof ik naar een schilderij van een oog keek.
Ik heb het hem nooit gevraagd. Maar jaren later, toen ik al lang als fotograaf werkte, realiseerde ik me ineens dat ik exact hetzelfde was gaan doen.
Wat voor hem de twee kartonnetjes waren, is voor mij de zoeker van mijn camera. Net als bij schilderkunst gebruik ik die als twee kartonnetjes: het is mijn blik op de wereld. Wat laat ik wel in beeld zien, en wat laat ik bewust _niet_ zien?
Waar hij bewust een oog moest sluiten, doe ik dat automatisch met een camera voor mijn gezicht. Met hetzelfde effect: door heel even met één oog te kijken, kan ik geen diepte inschatten. Alsof ik van 3D naar 2D ga. Zo beoordeel ik of wat ik ziet, een mooie foto oplevert.
Vraag jij je wel eens af hoe je iets mooi op de foto zet? Denk dan aan die twee kartonnetjes. En knijp af en toe een oogje toe. 😉